Locatie
Zwartewaterklooster  l  ANWB 1914/35


De Ridderbegraafplaats

Deze plek ligt 800 meter ten noordwesten van de kloosterplaats bij de Olde Kerkhofkolk en is vermoedelijk de plek waar in 1227 ongeveer 150 ridders en edelen zijn begraven. De meeste edelen waren ervaren krijgers die de vijfde kruistocht hadden overleefd. Deze kruistocht staat bekend als de slag om Damiate (1218-1219) en vond plaats in Egypte. Het leger dat deelnam aan deze kruistocht bestond vooral uit veteranen die gerekruteerd waren uit het aartsbisdom Keulen en stond onder leiding van Otto van Lippe, die bisschop van Utrecht was. In 1227 was dit leger in Ane (Drenthe), waar het door het leger van de slimme Rudolf van Coeverden in een hinderlaag werd gelokt. Het leger liep vast in het veenmoeras de Mommenriete en werd door het Drentse leger verslagen. Niet alleen veel ridders en edelen sneuvelden, ook aanvoerder Otto van Lippe kwam bij de slag om. Volgens schriftelijke bronnen zijn de doden naar deze plek gebracht en hier begraven. De keuze voor deze plaats is het initiatief geweest van graaf Boudewijn I van Bentheim. Hij was de neef van Wilbrand van Oldenburg die de gesneuvelde Otto van Lippe opvolgde. Beide mannen stamden uit het huis van de Hollandse Graven.


Der Ritterfriedhof

Dieser Ort liegt 800 Meter nordwestlich der Stelle, an der sich das Kloster befand, bei Olde Kerkhofkolk und ist wahrscheinlich der Ort, an dem 1227 etwa 150 Ritter und Adlige begraben wurden. Die meisten Adligen waren erfahrene Krieger, die den fünften Kreuzzug überlebt hatten. Dieser Kreuzzug ist als die Schlacht von Damiette (1218-1219) bekannt und fand in Ägypten statt. Die Armee, die an diesem Kreuzzug teilnahm, bestand hauptsächlich aus Veteranen, die aus dem Erzbistum Köln rekrutiert worden waren. Ihr Anführer war Otto von Lippe, der Bischof von Utrecht. 1227 befand sich das Heer in Ane (Drenthe), wo die Armee des klugen Rudolf van Coeverden die Soldaten in einen Hinterhalt lockte. Sie blieben im Moor von Mommenriete stecken und wurden von der Armee von Drenthe besiegt. Nicht nur viele Ritter und Adlige starben, auch der Anführer Otto von Lippe fiel in der Schlacht. Schriftlichen Quellen zufolge wurden die Toten an diesen Ort gebracht und hier begraben. Die Wahl des Ortes erfolgte auf Initiative von Graf Balduin I. von Bentheim. Er war der Cousin von Wilbrand van Oldenburg, der die Nachfolge des gefallenen Otto von Lippe antrat. Beide Männer stammten aus dem Haus der Grafen von Holland.


The knights’ burial ground

This spot lies some 800 metres northwest of the cloister at Olde Kerkhofkolk and is believed to be the place where around 150 knights and noblemen were buried in 1277. Most of the noblemen were experienced fighters who had survived the Fifth Crusade. This crusade, best known for the Siege of Damietta (1218-1219), took place in Egypt. The ‘army’ that took part in this crusade mainly consisted of veterans who were recruited from the archdiocese of Cologne and were led by Otto van Lippe, the Bishop of Utrecht. This army was in Ane (in the present-day province of Drenthe) in 1227, when it was ambushed by the forces of the cunning Rudolf van Coeverden. The army got stuck in the marshy Mommenriete peatbog and was defeated by the fighters from Drenthe. Besides the knights and noblemen, their leader Otto van Lippe was also killed in the fray. Written sources indicate that the dead were brought to this spot for burial. The choice of this location was made by Count Baldwin I of Bentheim. He was a relative of Wilbrand van Oldenburg, who succeeded Otto van Lippe as Bishop of Utrecht. Both men were members of the house of the Counts of Holland.



Canon van Zwartewaterland

Meer informatie in de Canon van Zwartewaterland: Het Zwartewaterklooster

Filmpje op Youtube
Archeologen speuren naar grafzerken van ridders